Op de beurs kunnen we tijdens een stierenmarkt (een periode van stijgende koersen) drie duidelijke fases onderscheiden:
Ontkenning:
In deze fase wordt de stierenmarkt nog niet erkend. De recente correctie ligt vers in het geheugen, en de meeste beleggers blijven pessimistisch. Toch begint er geleidelijk geld te verschuiven van defensieve beleggingen naar assets met een hoger rendementspotentieel. Deze bewegingen zijn vaak doordacht en gebaseerd op uitgebreide analyses.
Aanvaarding:
Beleggers accepteren dat de beurs zich in een stijgende trend bevindt, en dat lijkt geen probleem te zijn. Optimisme neemt toe, en beurskoersen stijgen vaak simpelweg omdat ze blijven stijgen. Analisten en fondsbeheerders, bewust van hun carrière, sluiten zich aan bij de massa.
De opwaartse trend blijft aanhouden, waarbij kleine correcties en dipjes snel worden ingelopen. Zelfs een tijdelijke neerwaartse beweging blijkt van korte duur.
Overdrijving:
In de laatste fase overheerst het geloof dat de koersen alleen maar verder zullen stijgen. Het idee leeft dat wie maar lang genoeg belegd blijft, uiteindelijk altijd winst maakt. Studies die dit ondersteunen, worden gretig aangehaald. Dat veel beleggers in werkelijkheid hun posities sluiten bij een daling van 20% of meer, blijft echter een onderbelicht punt.
Aangezien eerdere dipjes en correcties zonder veel kleerscheuren zijn doorstaan, groeit het vertrouwen. Meer nog, er is veel geld verdiend, waardoor beleggen eenvoudig lijkt. Hebzucht en gemakzucht nemen de overhand.
Voor de Amerikaanse beurs lijkt deze laatste fase momenteel van toepassing. Hoe lang dit nog aanhoudt, blijft echter gissen.
Of met de woorden van John Templeton:
“Bull markets are born on pessimism, grow on skepticism, mature on optimism, and die on euphoria”
Ook in zijn indeling van de stierenmarkt bevinden we ons in de Verenigde Staten duidelijk niet meer in de eerste twee fases. Wat ik zie, is euforie. Zie jij dat ook, of blijft het volgens jou nog beperkt tot optimisme?
Ook tijdens eerdere stierenmarkten waren er in de euforische fase altijd voldoende argumenten om verdere stijgingen van de beurzen te rechtvaardigen. Vandaag is dat niet anders:
AI zal de wereld veranderen en grote bedrijven nog winstgevender maken.
Trump is goed voor het bedrijfsleven.
De economie blijft sterk, met lage werkloosheid en dalende rentes.
Hoewel de argumenten per stierenmarkt verschillen, blijft één ding constant: de menselijke natuur. Emoties spelen altijd een grote rol, en deze emoties kunnen snel omslaan.
Uiteindelijk is het bijna altijd een plotseling gebrek aan liquiditeit dat een markt laat crashen. En nu denkt u wellicht: hoe kan er een tekort aan liquiditeit ontstaan als overheden en centrale banken bewezen hebben bereid te zijn massaal geld in het systeem te pompen?
Het antwoord is simpel: niemand weet het. Daarom spreken we van “black swan events” – gebeurtenissen die niemand ziet aankomen. Want als we ze wél zagen, dan waren het geen zwarte zwanen meer. We zouden erop anticiperen, en daarmee hun impact mogelijk neutraliseren.
De echte vraag is echter of massale geldinjecties vandaag nog hetzelfde effect zouden hebben. Kunnen overheden zich zulke extra schulden nog veroorloven met de huidige hogere rentes?
Omdat een crash niet te voorspellen is – zeker niet qua timing – kun je je er alleen op voorbereiden. Crashes zijn een natuurlijk onderdeel van de beurscyclus en komen periodiek voor.
Ei of tennisbal?
Omdat ik de visuele presentatie van Gautam Baid in zijn boek The Joys of Compounding zo treffend vind, leen ik die graag even. Stel je voor dat je tennisballen (kwaliteitsbedrijven) vasthoudt in plaats van eieren (zwakke, slecht presterende bedrijven). Tijdens een crash vallen beide, maar waar de eieren te pletter slaan, stuiten de tennisballen terug omhoog.
Gautam Baid legt terecht de nadruk op kwaliteitsbedrijven. Het probleem vandaag is echter dat deze bedrijven – of in ieder geval die onder de huidige definitie van "kwaliteit" – erg duur zijn geworden. Ze zullen inderdaad terugveren, maar het kan zomaar een decennium duren voordat je break-even draait. Dat hebben we in het verleden al vaker gezien in vergelijkbare omstandigheden.
Er is ook veiligheid in bedrijven met veel materiële activa en lage schulden. Volgens de huidige definitie worden dergelijke bedrijven niet als kwalitatief beschouwd, omdat alles draait om rendement. Toch zijn winstgevende ondernemingen met lagere marges, maar zeer lage schulden en substantiële vaste activa, vaak solide en robuust. Ook dat zijn tennisballen: ze stuiten terug omhoog in plaats van te breken zoals eieren.
Als je deze bedrijven zoekt in Europa en binnen de small caps, vallen ze vaak nauwelijks van een grote hoogte – of liggen ze al op de grond, klaar om weer in het spel te komen.
Wat je overhoudt na een berenmarkt – je basis om verder te beleggen – is uiteindelijk veel belangrijker dan wat je verdient in een stierenmarkt.
Of, zoals Charlie Munger het treffend zegt:
“People are trying to be smart - all I’m trying to do is not be idiotic, but it’s harder than most people think”
Het grootste risico is Trump...zijn ego als "President van de oneindige economische vooruitgang" zal geen dalende, laat staan crashende, beurzen toestaan...
God weet wat hij bereid is stuk te maken om de beurzen overeind te houden...