In het verleden heb ik waardebeleggen al eens vergeleken met een moestuin. Voor wie mij kent, is dat een vreemd gegeven, want hoe gepassioneerd ik ben over (waarde)beleggen, zo’n grote hekel heb ik aan tuinieren. Maar dat terzijde, want de parallellen zijn treffend.
Net als bij het tuinieren planten wij als beleggers onze zaadjes—onze centjes—in de hoop dat ze uitgroeien tot prachtige bloemen, groenten of fruit. We verzorgen deze plantjes met toewijding. In plaats van water en mest gebruiken we kennis: we leren onze bedrijven van binnen en van buiten kennen en herinvesteren onze dividenden.
We brengen geduld op en houden onze plantjes goed in de gaten. Bladluizen en ander ongedierte bestrijden we—fout management pakken we aan via jaarvergaderingen. En als een plantje niet wordt wat we ervan verwachtten en onkruid begint te lijken, wieden we het uit. We planten een nieuw zaadje of geven de overige plantjes meer ruimte en zuurstof.
Het harde werk in de moestuin zit in het bewerken van de grond, het uitzoeken van de juiste zaden en het planten. Bij beleggen geldt hetzelfde: het vinden van de juiste aandelen die kwalitatief sterk, voldoende groeipotentieel hebben én nog betaalbaar zijn, is een flinke klus.
Tijdens de tijd dat de bedrijven in onze portefeuille zitten, vragen ze onze aandacht. We moeten alert blijven op tekenen van verval. Sommige plantjes dragen al na één seizoen vruchten, terwijl andere jaren nodig hebben. Sommige moeten we elk jaar opnieuw planten (= koerswinst), terwijl een appelboom jarenlang vruchten blijft afwerpen (= dividenden).
Cash is ook een optie
En dan komt het moment waarop tuiniers en beleggers vaak totaal anders reageren.
Voor een tuinier is de oogst een moment van vreugde. Eindelijk kan hij genieten van zijn harde werk. Hij bewaart of verwerkt zijn opbrengst om er zo lang mogelijk van te genieten, tot het tijd is om opnieuw te zaaien en te planten.
Bij beleggers zien we echter vaak twijfel. "Moet ik dit aandeel wel verkopen? Ik heb geen alternatief. Geld brengt niets op, dus waarom zou ik het aanhouden?" Liever nemen ze hun dividend, zelfs als het bedrijf overgewaardeerd is. "Met deze groeisnelheid haalt de waarde de koers wel weer in..." Dezelfde vragen en twijfels die ik gisteren had voor ik het verkoopbericht uitstuurde, tenslotte is Vicat nog steeds niet duur.
Er zijn tientallen, zo niet honderden redenen om een aandeel toch maar vast te houden. Maar vaak klopt de verhouding tussen risico en rendement dan niet meer. Het risico bestaat dat je bedrijven te lang vasthoudt.
Bij je éénseizoensplanten—de goedkope, maar kwalitatief zwakke aandelen—loop je het risico dat ze gewoon wegrotten. Bij je fruitbomen—kwalitatieve bedrijven—is dat minder erg. Zelfs als de appels aan de takken rotten (= de koers daalt 20%), blijft de boom gezond. Met andere woorden, houd je een overgewaardeerd kwaliteitsaandeel vast, dan mis je op korte termijn rendement, maar op lange termijn zit het meestal goed.
Het grootste probleem is echter dat als je niet op tijd en stond oogst, je geen zaadjes/centjes hebt om in het volgende plantseizoen (bij een beurscorrectie of crash) nieuwe zaadjes of boompjes te planten. Dan zit je kapitaal vast.
Of de beurs nu gaat crashen, corrigeren of stabiliseren, dat kan ik niet voorspellen. Wat ik wél zie, is dat oogsten vandaag geen kwaad kan.
Niet alleen is de Amerikaanse index overgewaardeerd, maar Trump blijft een onvoorspelbare factor die de beurzen alle kanten op kan sturen. Als de Amerikaanse markt crasht, zal Europa volgen—waarschijnlijk minder hard, omdat we hier al goedkoper noteren, maar prettig zal het niet zijn.
Bij mijn appelbomen zal ik balen dat ik een oogst heb verloren. Maar ik zal ook profiteren van de gelegenheid om goedkoop nieuwe bomen te planten. Alleen in crisistijden kunnen we de écht toppers van bedrijven tegen aantrekkelijke prijzen kopen. Het tijdelijke verlies wordt dan ruimschoots gecompenseerd door de uitzonderlijke aankopen die we kunnen doen.
Beurscrashes komen altijd plots en onverwacht. Niemand kan de markt consequent timen—of hij moet zich heel goed verstoppen.
Lange termijn blijft de sleutel
Als je vandaag een aandeel koopt, denk dan niet aan het potentieel op 6 of 12 maanden. Vraag jezelf af: hoeveel kan ik verliezen als de beurs morgen crasht?
Treffers zoals Vicat, Cloetta en Weyco, waar we in enkele maanden 24% tot 51% winst maken, zijn leuk, maar niet het doel. Ook deze aandelen voldeden aan mijn stormtest en hadden gerust langer in de portefeuille kunnen zitten.
De vragen die we ons steeds moeten stellen: Hoe veilig zijn deze bedrijven? Zijn het éénjarige planten of fruitbomen? Het is vandaag essentieel om alles met een horizon van minimaal drie jaar te bekijken. Is dit bedrijf er over drie jaar nog? Kan het een crisis overleven? Of beter nog: kan het er sterker uitkomen?
Onze lange termijnvisie is onze grootste troef als particuliere beleggers. Wij kunnen ons richten op de komende vijf jaar, terwijl fondsbeheerders elk kwartaal of, in het beste geval, jaarlijks worden afgerekend op hun prestaties.
Terwijl we oogsten, zoek ik alvast naar nieuwe zaadjes voor het volgende plantseizoen. Omdat er vandaag nog interessante bedrijven goedkoop te vinden zijn, vind ik het niet verkeerd om af en toe te oogsten—zelfs als de koers nog kan stijgen, zoals bij Vicat.
Artikels en updates deze week
Deze week bespraken we de cijfers van volgende bedrijven:
Dinsdag verscheen de vierde les in onze “Introductie tot het waardebeleggen” met als titel “Achter elk aandeel zit een bedrijf”
Transacties Verdubbel Portefeuille
Verkocht
Vicat: 40 stuks aan €47,35 per stuk (slotkoers 19/02/2025), goed voor een totaal van €1.879 na kosten. Een rendement van 51,65% op zes maanden.